ECLI:NL:HR:2007:BA3027
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Geschil over ontbinding huurovereenkomst tussen gemeente en huurders van woonwagen
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon de Gemeente Hof van Twente en de huurders van een woonwagen en standplaats. De Gemeente heeft op 26 september 2003 de huurders gedagvaard voor de rechtbank te Almelo, met het verzoek om de huurovereenkomst te ontbinden en de huurders te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde. De huurders hebben de vordering bestreden en in voorwaardelijke reconventie gevorderd dat de Gemeente hen passende woonruimte zou aanbieden en niet tot ontruiming zou overgaan voordat zij deze woonruimte hadden geaccepteerd en betrokken.
De kantonrechter heeft op 13 juli 2004 de vorderingen van de Gemeente toegewezen, maar de vorderingen in reconventie afgewezen. De huurders hebben hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. In een tussenarrest van 29 maart 2005 heeft het hof de Gemeente toegelaten om feiten en omstandigheden te bewijzen die de door de huurders veroorzaakte overlast zouden aantonen. Na getuigenverhoren heeft het hof op 29 november 2005 het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de vorderingen van de Gemeente afgewezen, waarbij de huurders niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun hoger beroep tegen de afwijzing van de vorderingen in reconventie.
Tegen dit arrest heeft de Gemeente cassatie ingesteld. De huurders hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is toegelicht door de advocaten van beide partijen. De Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, tot op deze uitspraak begroot op € 2.567,34, waarvan € 2.493,34 aan de Griffier en € 74,-- aan de huurders moet worden betaald.