ECLI:NL:HR:2007:BA3018

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C07/046HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallen van aanhangigheid van een zaak door verzuimde inschrijving ter rolle

In deze zaak heeft eiser tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J.F. Gonesh, beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 5 september 2006. De eiser heeft verzuimd om de zaak tijdig ter rolle in te schrijven, wat heeft geleid tot het vervallen van de aanhangigheid van de zaak. Na een herstelexploot van 18 januari 2007 heeft de eiser geprobeerd de zaak opnieuw in te schrijven voor de rolzitting van 16 februari 2007. Echter, de verweerder is niet verschenen op de zitting en de eiser heeft verzocht om verstekverlening tegen de verweerder.

De Advocaat-Generaal L. Timmerman heeft geconcludeerd dat het verzoek tot verstekverlening moet worden geweigerd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het vervallen van de aanhangigheid van de zaak als gevolg van het verzuim om de dagvaarding tijdig in te dienen, niet kan worden hersteld, omdat het herstelexploot niet binnen de vereiste termijn is uitgebracht. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de aanhangigheid van de zaak is vervallen en heeft het arrest op 13 april 2007 uitgesproken.

Dit arrest benadrukt het belang van tijdige inschrijving ter rolle en de gevolgen van het verzuim daarvan. De Hoge Raad heeft in deze zaak duidelijk gemaakt dat de regels omtrent de aanhangigheid van een zaak strikt moeten worden nageleefd, en dat verzuimen in dit proces ernstige gevolgen kunnen hebben voor de voortgang van de rechtszaak.

Uitspraak

13 april 2007
Eerste Kamer
Nr. C07/046HR
RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. A.J.F. Gonesh,
t e g e n
[Verweerder], h.o.d.n. [A],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in cassatie
Bij dagvaarding van 5 december 2006 heeft eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - aan verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - aangezegd dat hij beroep in cassatie instelt tegen het tussen partijen gewezen arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbsoch van 5 september 2006 en heeft hij [verweerder] gedagvaard te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad van 22 december 2006.
[Eiser] heeft verzuimd de zaak tijdig ter rolle te doen inschrijven.
Bij herstelexploot van 18 januari 2007 heeft [eiser] [verweerder] opgeroepen te verschijnen ter rolle van 16 februari 2007. [Eiser] heeft de zaak op de rolzitting van die dag doen inschrijven.
[Verweerder] is ter terechtzitting van de Hoge Raad van 16 februari 2007 niet verschenen. [Eiser] heeft gevraagd tegen [verweerder] verstek te verlenen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman strekt tot weigering van het gevraagde verstek.
2. Beoordeling van het verzoek tot verstekverlening
Het vervallen van de aanhangigheid van de zaak als gevolg van het verzuim de dagvaarding tijdig in te dienen ter inschrijving op de rol van de bij dagvaarding aangezegde rechtsdag kan worden hersteld door binnen veertien dagen na de in de dagvaarding vermelde roldatum een herstelexploot te doen uitbrengen met oproeping tegen een nieuwe rechtsdag (art. 125 lid 4 Rv.).
Het exploot van 18 januari 2007 is niet binnen deze termijn uitgebracht.
3. Beslissing
De Hoge Raad verstaat dat de aanhangigheid van de zaak is vervallen.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, E.J. Numann en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 13 april 2007.