ECLI:NL:HR:2007:BA2547

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/126HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van de Staat en andere partijen in verband met onrechtmatig handelen tijdens strafvervolging

In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, wonende te [woonplaats], de Staat der Nederlanden en andere verweerders in cassatie gedagvaard voor de rechtbank Arnhem. Eiseres vorderde een verklaring voor recht dat de Staat c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die zij heeft geleden als gevolg van onrechtmatig handelen van enkele verweerders. De rechtbank heeft de vordering op 20 oktober 2004 afgewezen, waarna eiseres hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft op 20 december 2005 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Eiseres heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft op 4 mei 2007 het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De uitspraak is gedaan door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.D.H. Asser, en openbaar uitgesproken door E.J. Numann.

Uitspraak

4 mei 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/126HR
MK/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.T.R.F. Carli,
t e g e n
1. DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Justitie),
gevestigd te 's-Gravenhage,
2. [Verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. F.M. Ruitenbeek-Bart,
3. STICHTING DE GELDERSE ROOS,
gevestigd te Wolfheze,
4. STICHTING ZIEKENHUISVOORZIENINGEN DE GELDERSE VALLEI,
gevestigd te Ede,
5. [Verweerster 5],
wonende te [woonplaats],
6. [Verweerder 6],
wonende te [woonplaats],
7. [Verweerder 7],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: [eiseres] - heeft bij exploot van 27 januari 2003 verweerders in cassatie sub 1 tot en met 7 - verder afzonderlijk te noemen: de Staat, [verweerder 2], Gelderse Roos, Gelderse Vallei, [verweerster 5], [verweerder 6] en [verweerder 7], dan wel gezamenlijk: de Staat c.s. - gedagvaard voor de rechtbank Arnhem en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. een verklaring voor recht dat de Staat c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die zij heeft geleden ten gevolge van het onrechtmatig handelen van [verweerster 5], [verweerder 6], [verweerder 7] en [verweerder 2];
b. de Staat c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van € 50.000,-- als voorschot op schadevergoeding;
c. de Staat c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de door [eiseres] geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
De Staat c.s. hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 20 oktober 2004 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft [eiseres] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.
Bij arrest van 20 december 2005 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat en [verweerder 2] hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Tegen de niet verschenen Gelderse Roos, Gelderse Vallei, [verweerster 5], [verweerder 6] en [verweerder 7] is verstek verleend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat c.s. begroot op € 1.571,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 4 mei 2007.