ECLI:NL:HR:2007:BA2142
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over proceskostenveroordeling in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 juli 2005. De belanghebbende, een vennootschap, was uitgenodigd tot betaling van omzetbelasting via een aanslagbiljet van 18 december 1998. Het bezwaar van de belanghebbende tegen deze uitnodiging werd door de Inspecteur afgewezen. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Leeuwarden, dat het beroep gegrond verklaarde en de uitspraak van de Inspecteur vernietigde. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende.
De Staatssecretaris van Financiën was het niet eens met deze uitspraak en heeft cassatie ingesteld. In de procedure voor de Hoge Raad werd het middel dat door de Staatssecretaris werd voorgesteld, in zoverre terecht bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de veroordeling in de proceskosten door het Hof onterecht was, omdat niet was aangetoond dat de belanghebbende kosten had gemaakt voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, maar alleen voor zover het de proceskostenveroordeling betrof.
De Hoge Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten, en verklaarde het beroep gegrond. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 6 april 2007.