ECLI:NL:HR:2007:BA2014
Hoge Raad
- Cassatie
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Uitleg van het ‘Material Adverse Change’-beding in een overnamecontract en schending van de mededelingsplicht door de verkoper
In deze zaak gaat het om de uitleg van het ‘Material Adverse Change’-beding in een overnamecontract tussen Phoenix Acquisition Company Sarl (hierna: Phoenix) en Koninklijke Philips Electronics N.V. (hierna: Philips). Phoenix heeft Philips gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam, waarbij zij schadevergoeding eiste na de overname van BCC. De rechtbank wees de vordering af, waarna Phoenix in hoger beroep ging. Het gerechtshof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, wat leidde tot cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelt dat Philips niet in strijd heeft gehandeld met haar mededelingsplicht. De kern van de zaak draait om de vraag of Philips op de hoogte was van een ‘Material Adverse Change’ (MAC) in de periode tussen de ondertekening van de overeenkomst en de daadwerkelijke closing. Phoenix stelde dat er zich gebeurtenissen hadden voorgedaan die als een MAC moesten worden aangemerkt, maar de Hoge Raad oordeelde dat Philips niet wist, en ook niet had hoeven weten, dat er een MAC had plaatsgevonden. Dit oordeel was gebaseerd op de feitelijke omstandigheden en de contractuele bepalingen in de SPA.
De Hoge Raad concludeert dat de rechtbank en het hof terecht hebben geoordeeld dat Philips niet aansprakelijk was voor de vermeende schending van de mededelingsplicht. De Hoge Raad verwerpt het beroep van Phoenix en veroordeelt haar in de proceskosten. Dit arrest benadrukt het belang van duidelijke contractuele afspraken en de verantwoordelijkheden van partijen in overnamecontracten.