ECLI:NL:HR:2007:BA1823
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van X B.V. tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake premies werknemersverzekeringen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 november 2005, waarin de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen premies voor werknemersverzekeringen heeft nageheven. De Raad van bestuur had op 6 mei 2003 correctienota's uitgereikt voor verschuldigde premies over de jaren 1998 tot en met 2002 en had verzuimen geregistreerd over de jaren 1997 en 1998. Tevens werden boetenota's opgelegd over de jaren 1998 tot en met 2001. De bezwaren van belanghebbende tegen deze besluiten werden door de Raad van bestuur ongegrond verklaard, waarna belanghebbende beroep instelde bij de Rechtbank te Arnhem. De Rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, met de opdracht aan de Raad van bestuur om een nieuw besluit te nemen.
Zowel belanghebbende als de Raad van bestuur gingen in hoger beroep bij de Centrale Raad, die de uitspraak van de Rechtbank vernietigde en het beroep ongegrond verklaarde. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld. In cassatie werd onder andere de vraag behandeld of de Raad van bestuur terecht premies heeft nageheven in verband met de eigen bijdrage voor verstrekte computerapparatuur, die door verlaging van het brutoloon werd geïnd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van belanghebbende niet tot cassatie konden leiden, omdat de Centrale Raad op juiste wijze had geoordeeld over de toepassing van de wet.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort, P. Lourens, C.B. Bavinck en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 30 maart 2007.