ECLI:NL:HR:2007:BA1528
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw ontstaan van schulden
In deze zaak heeft de schuldenaar, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.S.M. Dietz de Loos-Schrijver, een verzoek ingediend bij de rechtbank Breda om de schuldsaneringsregeling op hem van toepassing te verklaren. De rechtbank heeft op 19 juni 2006 dit verzoek afgewezen. De schuldenaar heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 4 december 2006 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft de schuldenaar beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering vereist is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Op 27 april 2007 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens (voorzitter), J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de rechtbank en het gerechtshof, waarbij de schuldenaar niet in aanmerking komt voor de schuldsaneringsregeling op basis van de faillissementswet.