ECLI:NL:HR:2007:BA1528

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 april 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
R06/176HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw ontstaan van schulden

In deze zaak heeft de schuldenaar, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.S.M. Dietz de Loos-Schrijver, een verzoek ingediend bij de rechtbank Breda om de schuldsaneringsregeling op hem van toepassing te verklaren. De rechtbank heeft op 19 juni 2006 dit verzoek afgewezen. De schuldenaar heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 4 december 2006 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen deze beslissing heeft de schuldenaar beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering vereist is, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Op 27 april 2007 heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens (voorzitter), J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer F.B. Bakels. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissingen van de rechtbank en het gerechtshof, waarbij de schuldenaar niet in aanmerking komt voor de schuldsaneringsregeling op basis van de faillissementswet.

Uitspraak

27 april 2007
Eerste Kamer
Rek.nr. R06/176HR
MK/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. M.S.M. Dietz de Loos-Schrijver.
1. Het geding in feitelijke instanties
Bij verzoekschrift heeft verzoeker tot cassatie - verder te noemen: de schuldenaar - zich gewend tot de rechtbank Breda en verzocht op hem de schuldsaneringsregeling van toepassing te verklaren.
De rechtbank heeft bij vonnis van 19 juni 2006 het verzoek afgewezen.
Tegen dit vonnis heeft de schuldenaar hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Bij arrest van 4 december 2006 heeft het hof het vonnis bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de schuldenaar beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 27 april 2007.