ECLI:NL:HR:2007:BA0872

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
01106/06
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • G.J.M. Corstens
  • J.W. Ilsink
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing schadevergoeding door het Schadefonds Geweldsmisdrijven en de gevolgen voor de positie van slachtoffers in straf- en civiele procedures

In deze zaak gaat het om de toewijzing van een schadevergoeding door het Schadefonds Geweldsmisdrijven. De Centrale Adviesgroep (CAG) wijst ambtshalve op de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij (b.p.), die een schadevergoeding van EUR 2290,25 heeft gevorderd. De b.p. heeft inmiddels EUR 4000,- ontvangen van het Schadefonds. De CAG stelt dat wanneer een uitkering wordt toegekend, dit gevolgen heeft voor de positie van het slachtoffer, zowel in de strafprocedure als in een civiele procedure tegen de dader. Schade die al door het Schadefonds is vergoed, kan niet opnieuw worden toegewezen. De commissie tot beheer van het fonds kan echter ook een voorlopige uitkering doen, vooruitlopend op haar beslissing, zoals vermeld in artikel 13.1 van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. Of er in dit geval sprake was van een voorschot of een definitieve beslissing tot toekenning van de uitkering is onduidelijk. Gezien het feit dat er op dit punt geen verweer is gevoerd, leidt dit niet tot ambtshalve vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft op 22 mei 2007 geoordeeld dat het middel van cassatie niet kan leiden tot vernietiging van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad oordeelt dat er geen grond is voor ambtshalve vernietiging en verwerpt het beroep.

Uitspraak

22 mei 2007
Strafkamer
nr. 01106/06
AG/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 november 2005, nummer 23/002016-05, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. B.A.F. van Drimmelen, advocaat te Haarlem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De waarnemend Advocaat-Generaal Bleichrodt heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Slotsom
Nu het middel niet tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G.J.M. Corstens als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 22 mei 2007.