ECLI:NL:HR:2007:BA0423
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Verwerping beroep op noodweer en noodweerexces in geweldszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juni 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, waarbij hij samen met een medeverdachte geweld had gepleegd tegen een slachtoffer. De verdachte stelde dat hij handelde uit noodweer of putatief noodweer, omdat het slachtoffer een mes had getrokken. Het Hof oordeelde echter dat de verdachte niet aannemelijk had gemaakt dat hij zich in een noodweersituatie bevond, aangezien hij had gezien dat het slachtoffer geen mes meer in zijn hand had en zelf ook zijn mes had opgeborgen voordat hij geweld gebruikte. Het Hof verwierp het verweer van de verdachte en oordeelde dat er geen sprake was van een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en verwierp het beroep van de verdachte, waarbij werd vastgesteld dat de klachten tegen de verwerping van het beroep op noodweer en noodweerexces niet tot cassatie konden leiden. De verdachte was eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf, en de vordering van de benadeelde partij was toegewezen.