4.2. De aan het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep gehechte pleitnota houdt, voor zover voor de beoordeling van de middelen van belang, het volgende in:
"I-NIET-ONTVANKELIJKHEID
(...)
Toepassing Aanwijzingen
Wanneer wij deze aanwijzingen toepassen op de gang van zaken in deze zaak blijkt dat een absolute foutieve wijze van handelen van justitie heeft plaatsgevonden.
- Er heeft geen informatief gesprek plaatsgevonden.
- Er is geen sprake van een deskundige opsporingsambtenaar (als in aanwijzing bedoeld).
- Bij de aangifte van [slachtoffer 2] was slechts één opsporingsambtenaar aanwezig en dat is steeds dezelfde en enige redactor gebleven (wel uitgezonderd p.v. d.d. 29 april 2003)!;
- Er zijn geen geluidsopnamen van de aangifte van [slachtoffer 1].
- Er is geen arts geraadpleegd, noch eerst de rapportage van Emergis afgewacht. Er zou ingevolge de rapportage immers sprake kunnen zijn van hervonden herinneringen en projectie, waarbij de Expertisegroep geraadpleegd dient te worden. Op basis van de na de aangifte aanwezige stukken kan immers geen oordeel omtrent de aangiftes gevormd worden. Hiervoor is dan ook expliciet het opsporingsonderzoek.
- Voordat het opsporingsonderzoek voldoende heeft plaatsgevonden (in ieder geval geen consultering Expertisegroep of arts) wordt cliënt buiten heterdaad aangehouden. Dit is echter hier niet mogelijk. Daarbij komt dat de inverzekeringstelling gedaan is door een hulpofficier, waarbij de officier van justitie zelf het dossier niet heeft doorgenomen.
Op grond van bovenstaande is dan ook sprake van verzuim van voorgeschreven vormen die bij het voorbereidende onderzoek in acht hadden dienen te worden genomen en niet neer hersteld kunnen worden. Tevens blijkt uit de wet niet de rechtsgevolgen van deze verzuimen. Ingevolge artikel 359a lid 1 sub c jo 359a lid 2 Sv. dient het openbaar ministerie dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard. Gezien de ernst van het verzuim, alsook het belang dat het voorschrift dient (onder andere waarheidsvinding, controleerbaarheid en neutraliteit) en het nadeel dat door schending plaatsvindt (geen juiste toets waarheid en betrouwbaarheid verklaringen, alsook onrechtmatige vrijheidsberoving) worden de beginselen van een behoorlijk proces dusdanig geschaad dat geen andere mogelijkheid openblijft dan het openbaar ministerie niet-ontvankelijkheid te verklaren.
Daarbij dient ook nog te worden opgemerkt dat juist de totstandkoming van de verklaringen voor het bewijs van cruciaal belang zijn. Ook voor het latere deskundigenonderzoek is de totstandkoming uitermate cruciaal. Zeker bij psychologen is dit het geval. "Psychologen verstaan onder betrouwbaarheid van verklaringen iets anders dan veel juristen. Binnen de psychologie richt de vraag naar betrouwbaarheid zich op de wijze waarop de verklaring tot stand is gekomen en op eventuele beïnvloeding van buitenaf. Validiteit heeft binnen de psychologie betrekking op de vraag of hetgeen wordt verteld ook daadwerkelijk is gebeurd".
II-NIET VOOR BEWIJS DIENEN VAN AANGIFTEN, HET DESKUNDIGENRAPPORT EN DE VERKLARING VAN [getuige 1]
Mocht uw Hof van mening zijn dat deze schending van vormen niet tot niet-ontvankelijkheid van het OM leidt (als onder I bepleit), dan verzoekt de verdediging het Hof de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen niet te laten bijdragen aan het bewijs. Hierbij is van belang dat de aangifte ook doorwerkt in het deskundigenonderzoek, omdat de deskundige de aangifte als basis hanteert. (de verhouding tussen de aangifte en de verklaringen t.o.v. de deskundige werken wel door in de conclusies). Het deskundigenrapport mag ook niet voor bewijs dienen. Rechtsgrond voor een zodanige beslissing is te vinden in artikel 359a lid 1 sub b Sv.