ECLI:NL:HR:2007:AZ8745
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie en kwijtschelding betalingsachterstand tussen voormalige levenspartners
In deze zaak, die op 20 april 2007 door de Hoge Raad der Nederlanden werd behandeld, ging het om een geschil tussen voormalige levenspartners over de wijziging van kinderalimentatie en de kwijtschelding van een betalingsachterstand. De vader, verzoeker tot cassatie, was in 1998 door het gerecht in eerste aanleg van de Nederlandse Antillen en Aruba veroordeeld om maandelijks een bedrag van Afl. 175,-- aan de Voogdijraad te betalen voor de opvoeding en verzorging van hun minderjarige kind. In 2005 verzocht de vader om de eerdere beschikking in te trekken en de betalingsachterstand van € 8.072,31,-- kwijt te schelden, of deze met terugwerkende kracht op nihil te stellen voor de periode van mei 1998 tot mei 2004.
De moeder, verweerder in cassatie, bestreed dit verzoek. Het gerecht in eerste aanleg wees het verzoek van de vader af op 24 augustus 2005. Hierop ging de vader in hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, dat op 31 januari 2006 de beschikking van het gerecht bevestigde. De vader stelde vervolgens cassatie in tegen deze beschikking.
De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad concludeerde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van de vader, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven.