ECLI:NL:HR:2007:AZ8576
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Aanschaf van vliegtuigen door een B.V. voor uitsluitend niet-economische activiteiten en de gevolgen voor de aftrek van voorbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 juli 2005, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting en een boetebeschikking. De naheffingsaanslag, opgelegd over het tijdvak van 9 juni 1999 tot en met 31 december 2001, bedroeg ƒ 231.648, met een boete van ƒ 56.778. Na bezwaar tegen de uitspraken van de Inspecteur, die de naheffingsaanslag handhaafde, heeft het Hof het beroep ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld.
Het Hof oordeelde dat de vliegtuigen niet zijn gebruikt voor (belaste) economische activiteiten. Dit oordeel was gebaseerd op de vaststelling dat er geen sprake was van reële verhuur of exploitatie van de vliegtuigen. De directeur-grootaandeelhouder had weliswaar een vergoeding betaald voor het gebruik van een vliegtuig, maar dit werd niet als een echte verhuur beschouwd. Ook de incidentele terbeschikkingstellingen van de vliegtuigen werden niet als voldoende geacht om te concluderen dat er sprake was van economische activiteiten.
Daarnaast oordeelde het Hof dat het voornemen van de belanghebbende om de vliegtuigen te exploiteren niet door objectieve gegevens werd ondersteund. Ondanks registratie als ondernemer voor de omzetbelasting, was er geen werkelijk voornemen om economische activiteiten te verrichten. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd en dat de oordelen van het Hof niet onbegrijpelijk waren. Het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard, en de Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.