ECLI:NL:HR:2007:AZ8168

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 maart 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C06/040HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen bouwbedrijven over betaling en incassokosten

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen verschillende bouwbedrijven over een betalingsvordering en de bijbehorende incassokosten. De eiseressen, bestaande uit de Bouwcombinatie Gelderland Stadion V.O.F. en andere bouwbedrijven, hebben de kleine combinatie, bestaande uit Arcadis Planrealisatie B.V. en Ballast Nedam Infra Midden B.V., gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam. De kleine combinatie vorderde een bedrag van ƒ 672.337,--, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De grote combinatie heeft deze vordering bestreden.

De rechtbank heeft in tussenvonnissen de zaak naar de rol verwezen voor verdere akten. De kleine combinatie heeft hoger beroep ingesteld tegen deze tussenvonnissen, terwijl de grote combinatie incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het gerechtshof te Amsterdam heeft op 22 september 2005 de vonnissen van de rechtbank vernietigd en de grote combinatie hoofdelijk veroordeeld tot betaling van € 292.387,38, vermeerderd met BTW en wettelijke rente.

Tegen dit arrest heeft de grote combinatie cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal, die strekte tot verwerping van het beroep, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en de grote combinatie veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 5.905,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uitspraak

30 maart 2007
Eerste Kamer
Nr. C06/040HR
MK/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. BOUWCOMBINATIE GELDERLAND STADION V.O.F.,
gevestigd te Arnhem,
2. HBG UTILITEITSBOUW B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
3. BAM [...] B.V.,
gevestigd te Bunnik,
4. BALLAST NEDAM BOUW B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk,
t e g e n
1. ARCADIS PLANREALISATIE B.V.,
2. BALLAST NEDAM INFRA MIDDEN B.V.,
beide gevestigd te Arnhem,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
1. Het geding in feitelijke instanties
Verweerster in cassatie sub 1 (althans haar rechtsvoorgangster) en verweerster in cassatie sub 2 - verder gezamenlijk te noemen: de kleine combinatie - hebben bij exploot van 11 december 2000 eiseres tot cassatie sub 1 - verder afzonderlijk te noemen: De Bouwcombinatie - en eiseressen tot cassatie sub 2 tot en met 4 (althans haar rechtsvoorgangsters) - verder te noemen: HBG c.s., dan wel gezamenlijk met De Bouwcombinatie te noemen: de grote combinatie - gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en gevorderd de grote combinatie te veroordelen om aan de kleine combinatie te betalen een bedrag van ƒ 672.337,--, te vermeerderen met de wettelijke rente en een bedrag van ƒ 24.330,-- aan buitengerechtelijke incassokosten.
De grote combinatie heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 10 juli 2002 de zaak naar de rol verwezen voor akte aan de zijde van de kleine combinatie voor het onder rov. 8 van het vonnis genoemde doel en bij tussenvonnis van 7 mei 2003 de zaak wederom naar de rol verwezen voor akte aan de zijde van de kleine combinatie voor het onder rov. 12 van het vonnis genoemde doel.
Tegen deze tussenvonnissen van de rechtbank heeft de kleine combinatie hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De grote combinatie heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 22 september 2005 heeft het hof de vonnissen van de rechtbank vernietigd en opnieuw rechtdoende de grote combinatie hoofdelijk veroordeeld om aan de kleine combinatie te betalen een bedrag van € 292.387,38, vermeerderd met de BTW en de wettelijke rente.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de grote combinatie beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De kleine combinatie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de kleine combinatie mede door mr. G.R. den Dekker, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van de grote combinatie heeft bij brief van 1 februari 2007 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt de grote combinatie in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de kleine combinatie begroot op € 5.905,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 30 maart 2007.