ECLI:NL:HR:2007:AZ8166
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Overheidsaansprakelijkheid bij wateroverlast door falend peilbeheer
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een maatschap van eigenaren van een perceel grond en het Waterschap Brabantse Delta. De eisers, [Eiseres 1] en [Eiser 2], hebben schadevergoeding gevorderd van het Waterschap wegens wateroverlast die is ontstaan na hevige regenval in september 2001. Het Waterschap, verantwoordelijk voor het peilbeheer, had in verband met vervangingen van een gemaal noodpompen geplaatst, maar deze zouden niet adequaat hebben gefunctioneerd. De rechtbank te Breda heeft de vordering van de eisers afgewezen, waarna zij in hoger beroep gingen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, wat leidde tot cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het hof ten onrechte de getuigenverklaring van [Eiser 2] als partijgetuige heeft aangemerkt, wat de bewijslast betreft. De Hoge Raad vernietigde het eindarrest van het hof voor zover het de maatschap betreft en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De overige klachten van de eisers werden verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de maatschap en [Eiser 2] afzonderlijke vorderingen hadden die ook afzonderlijk behandeld konden worden, wat van belang is voor de bewijsvoering. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige beoordeling van getuigenverklaringen in het licht van de bewijsvoering in civiele zaken.