ECLI:NL:HR:2007:AZ7773
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling en informatieplicht van schuldenaren
In deze zaak gaat het om de tussentijdse beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling van verzoeker, die in 2002 was uitgesproken door de rechtbank Alkmaar. De rechtbank had in een eerder vonnis van 19 juli 2006 de beëindiging van de schuldsaneringsregeling geweigerd, maar na een behandeling op korte termijn, heeft de rechtbank op 21 september 2006 vastgesteld dat verzoeker tekortgeschoten was in de nakoming van zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. Dit leidde tot de beslissing dat de schuldsaneringsregeling zou eindigen op het moment dat de uitspraak in kracht van gewijsde zou gaan.
Verzoeker heeft tegen de vonnissen van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 10 november 2006 de uitspraken van de rechtbank heeft bekrachtigd. Hierna heeft verzoeker cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft in zijn conclusie tot verwerping van het beroep geadviseerd.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelt dat er geen noodzaak is voor nadere motivering, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is openbaar uitgesproken op 23 maart 2007.