ECLI:NL:HR:2007:AZ7625
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling zonder schone lei en schending van hoor en wederhoor
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 april 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de verzoekster, zonder toekenning van een ‘schone lei’. De verzoekster had in eerste instantie een verzoek tot schuldsanering ingediend, maar de rechtbank Amsterdam beëindigde deze regeling op 1 maart 2006 zonder haar de schone lei te verstrekken. De verzoekster ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 30 mei 2006 het vonnis van de rechtbank bekrachtigde. Hierop heeft de verzoekster cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof het beginsel van hoor en wederhoor had geschonden. De bewindvoerder had een verslag opgesteld waarin werd geadviseerd om de verzoekster geen schone lei te verlenen, maar dit verslag was niet aan de verzoekster of haar advocaat toegestuurd, noch was het ter zitting besproken. Hierdoor had de verzoekster geen gelegenheid om op de inhoud van het verslag te reageren. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling en beslissing.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot vernietiging en verwijzing, wat door de Hoge Raad werd gevolgd. De zaak benadrukt het belang van het beginsel van hoor en wederhoor in procedures die betrekking hebben op de schuldsanering en de rechten van de betrokken partijen.