ECLI:NL:HR:2007:AZ6734
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vervroegde onteigening en dagvaardingstermijn in het kader van de Onteigeningswet
In deze onteigeningszaak heeft de Gemeente Tilburg op 25 januari 2006 eiseres tot cassatie gedagvaard voor de rechtbank te Breda. De Gemeente vorderde vervroegd de onteigening van een onroerende zaak, gelegen in Tilburg, met een oppervlakte van 0.03.66 ha, ten behoeve van de ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting. De rechtbank heeft op 7 juni 2006 de gevorderde onteigening vervroegd uitgesproken en een voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld op € 600.000,--. Eiseres heeft tegen dit vonnis beroep in cassatie ingesteld, waarbij de Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die ook tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen.
De Hoge Raad oordeelde dat de dagvaarding tijdig was uitgebracht, ondanks de wetswijziging per 1 juli 2005, die de termijn voor de dagvaarding in onteigeningszaken betreft. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de slotzin van artikel 54g van de Onteigeningswet, die de termijn voor de dagvaarding regelt, niet van toepassing was, en dat de dagvaarding binnen de gestelde termijn was uitgebracht. De Hoge Raad heeft het beroep van eiseres verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de Gemeente zijn begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop, E.J. Numann, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 13 april 2007.