ECLI:NL:HR:2007:AZ6660
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- W.A.M. van Schendel
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bewezenverklaring van vernieling door de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 maart 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder vernieling van een deurklink en een ruit in een ophoudkamer van het politiebureau in Roden. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van de vernieling van de ruit niet voldoende was onderbouwd door de gebezigde bewijsmiddelen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling. De advocaat van de verdachte, mr. W.M. Bierens, had middelen van cassatie voorgesteld, waarbij de Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak, maar alleen ten aanzien van de strafoplegging. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet voldeed aan de eisen van de wet, omdat de inhoud van de bewijsmiddelen niet kon ondersteunen dat de verdachte ook een ruit had vernield. De zaak zal nu opnieuw worden behandeld door het Gerechtshof, waarbij de eerdere veroordeling niet in stand kan blijven.