ECLI:NL:HR:2007:AZ4938
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herstel van de misslag bij vervangende hechtenis voor rechtspersoon in strafzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 juni 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, Economische Kamer. De zaak betreft een rechtspersoon die was veroordeeld voor overtredingen van de Meststoffenwet. Het Hof had de verdachte, een rechtspersoon, een geldboete opgelegd van € 3.400,- en € 3.900,-, met daarbij de mogelijkheid van vervangende hechtenis bij gebreke van betaling. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.E. ter Horst. De Advocaat-Generaal Vellinga heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zou moeten vernietigen voor zover het betreft de strafoplegging van vervangende hechtenis, maar het beroep voor het overige zou verwerpen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het Hof in strijd met de wet had gehandeld door vervangende hechtenis op te leggen aan een rechtspersoon bij gebreke van betaling van de geldboetes. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar enkel voor het onderdeel dat betrekking heeft op de vervangende hechtenis. De overige onderdelen van het beroep zijn verworpen. Dit arrest benadrukt de juridische grenzen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen en de toepassing van vervangende hechtenis.