ECLI:NL:HR:2007:AZ4851

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
42527
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fiscale behandeling van kosten van rechtsbijstand bij ontslag en arbeidsconflicten

In deze zaak gaat het om de fiscale behandeling van kosten van rechtsbijstand die een werknemer maakt in verband met ontslag of een conflict met zijn werkgever. De belanghebbende, die in 2001 ernstig ziek werd, heeft zich genoodzaakt gezien om een advocaat in te schakelen na het ontvangen van ontslag. De kosten van de advocaat en reiskosten bedroegen in totaal € 4913 in 2002. Onder de Wet op de inkomstenbelasting 1964 waren deze kosten aftrekbaar, maar onder de Wet inkomstenbelasting 2001 is deze mogelijkheid niet meer aanwezig. De wetgeving biedt echter wel de mogelijkheid om deze kosten belastingvrij te laten vergoeden door de werkgever.

De conclusie van de advocaat-generaal is dat de kosten van rechtsbijstand die een werknemer maakt in verband met ontslag niet conflictgevoelig zijn. De zakelijkheid van de kosten is niet in geding en de omvang van de kosten is eenvoudig vast te stellen. Het is echter niet reëel om te veronderstellen dat werkgevers de kosten van rechtsbijstand zullen vergoeden, vooral niet wanneer zij als wederpartij optreden in een conflict. De regering heeft in het verleden gesuggereerd dat er geen uitzondering zou moeten worden gemaakt voor deze kosten, maar dit negeert de situatie van werknemers die hun zaak verliezen en zelf met de kosten blijven zitten.

De advocaat-generaal concludeert dat de fiscale wetgever inconsistent is door enerzijds belastingvrijdom voor de vergoeding van dergelijke kosten toe te staan, maar anderzijds de aftrek van deze kosten uit te sluiten. Dit leidt tot discriminatie van werknemers die deze kosten maken. De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken aangegeven dat de wetgever bij het maken van keuzes rekening kan houden met uitvoeringsproblemen en de lastendruk op arbeid. De Hoge Raad oordeelt dat de wetgever in redelijkheid heeft kunnen besluiten om de aftrek van werkelijke beroepskosten af te schaffen, maar dat er een objectieve rechtvaardiging moet zijn voor deze ongelijkheid.

De uitspraak van de Hoge Raad wordt niet gepubliceerd, maar de implicaties van deze zaak zijn van groot belang voor de fiscale behandeling van kosten van rechtsbijstand in arbeidsconflicten en de verantwoordelijkheden van werkgevers in dergelijke situaties.

Uitspraak

Uitspraak wordt niet gepubliceerd.