ECLI:NL:HR:2007:AZ4841

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 augustus 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
42261
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fiscale behandeling van kosten van rechtsbijstand bij arbeidsconflicten

In deze zaak gaat het om de fiscale behandeling van kosten van rechtsbijstand die een werknemer maakt in verband met ontslag of een conflict met zijn werkgever. De belanghebbende was in 2002 werkzaam bij A BV en werd op 5 november 2002 door A en een collega uit het bedrijf verwijderd. Na deze verwijdering heeft de belanghebbende een advocaat ingeschakeld en een kort geding aangespannen, waarbij de rechter A opdroeg de belanghebbende weer te werk te stellen en de loonvordering van de belanghebbende toewijsde. De advocaat heeft vervolgens kosten gemaakt ter hoogte van € 7.651,33, waarvan € 2.499 in 2002 door de belanghebbende is betaald. Deze kosten waren onder de Wet op de inkomstenbelasting 1964 aftrekbaar, maar onder de Wet inkomstenbelasting 2001 is deze mogelijkheid niet meer aanwezig. De belanghebbende vraagt zich af of de kosten van rechtsbijstand in dit geval belastingvrij kunnen worden vergoed.

In de bijlage bij de uitspraak wordt ingegaan op de vraag of de leer van BNB 2005/310 onverkort geldt voor kosten van rechtsbijstand bij een arbeidsconflict. De conclusie is dat de kosten van rechtsbijstand die een werknemer maakt in verband met ontslag of een conflict met zijn werkgever, niet conflictgevoelig zijn. De zakelijkheid van de kosten is niet in geding en de omvang van de kosten is eenvoudig vast te stellen. Aftrek van deze kosten leidt niet tot noemenswaardige uitvoeringsproblemen.

Daarnaast wordt geconcludeerd dat het niet aan de werkgever is om de kosten van rechtsbijstand bij ontslag te vergoeden. De regering heeft aangegeven dat als de werknemer het geding wint, de kosten vaak niet door hem worden gedragen, maar dit negeert de situatie van werknemers die het geding verliezen en zelf hun kosten moeten dragen. De kantonrechter gelaste vergoeding van de kosten van rechtsbijstand valt vaak lager uit dan de werkelijke kosten, waardoor de werknemer een groot deel van de kosten zelf moet dragen.

De Hoge Raad concludeert dat de fiscale wetgever niet kan toestaan dat er belastingvrijdom is voor de vergoeding van dergelijke kosten, terwijl de aftrek van de kosten wordt uitgesloten. Dit leidt tot discriminatie van de werknemer die deze kosten heeft. De Hoge Raad laat het aan de wetgever om de ondeugdelijke wetgeving te repareren, indien deze in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De uitspraak van de Hoge Raad van 8 juli 2005, nr. 39 870, BNB 2005/310, wordt aangehaald ter ondersteuning van deze conclusies.

Uitspraak

Uitspraak wordt niet gepubliceerd.