ECLI:NL:HR:2007:AZ4065
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over verschuldigdheid van achterstallige leasetermijnen na beëindiging van leaseovereenkomst
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een leverancier en een (operationele) lessee van kopieerapparatuur over de verschuldigdheid van achterstallige leasetermijnen na beëindiging van de leaseovereenkomst. De zaak is gestart door De Lage Landen Vendorlease B.V. die [eiser] heeft gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, te Arnhem, locatie Wageningen. De vordering van De Lage Landen betrof een bedrag van € 56.828,68 met rente. [Eiser] heeft de vordering bestreden en in reconventie een verklaring voor recht gevorderd dat hij terecht de ontbinding van de leaseovereenkomst heeft ingeroepen, alsook een schadevergoeding van € 3.199,15. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 12 februari 2003 een comparitie van partijen gelast en in het eindvonnis van 30 juli 2003 [eiser] veroordeeld om aan De Lage Landen een bedrag van € 51.275,37 met rente te betalen, terwijl de reconventionele vordering werd afgewezen. Hierop heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft in een tussenarrest van 25 mei 2004 De Lage Landen toegelaten tot bewijslevering en in het eindarrest van 26 juli 2005 het eindvonnis van de kantonrechter bekrachtigd. Tegen deze arresten heeft [eiser] cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiser] in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn cassatieberoep tegen het tussenarrest van het hof en voor het overige tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.