ECLI:NL:HR:2007:AZ4061
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Grensoverschrijdende betekening van appeldagvaarding en gevolgen van weigering van ontvangst
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, betreft het de grensoverschrijdende betekening van een appeldagvaarding en de gevolgen van de weigering van de geadresseerde om deze in ontvangst te nemen. De zaak is een vervolg op een eerder arrest van de Hoge Raad van 17 oktober 2003, waarin vragen zijn gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJEG) over de uitleg van artikel 8 van de EG-Betekeningsverordening. De Hoge Raad heeft in dit arrest van 23 februari 2007 de eerdere uitspraak van het gerechtshof te Arnhem vernietigd en de zaak terugverwezen naar dat hof voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelt dat wanneer een geadresseerde weigert een stuk in ontvangst te nemen omdat het niet is gesteld in een officiële taal, dit verzuim kan worden hersteld door onverwijld een vertaling toe te zenden. De nationale rechter moet ervoor zorgen dat de volle werking van de verordening wordt gewaarborgd. De conclusie van de Advocaat-Generaal, L. Strikwerda, strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en verwijzing van de zaak naar het hof.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof niet zonder meer het verzoek om verstek had mogen toewijzen, omdat niet was gebleken dat tijdig een vertaling was toegezonden. De uitleg van het HvJEG maakt duidelijk dat niet-inachtneming van het taalvoorschrift kan worden hersteld, mits dit onverwijld gebeurt. De zaak is terugverwezen naar het hof voor verdere behandeling, waarbij de termijn voor herstel van het verzuim in gaat op de datum van uitspraak van dit arrest.