ECLI:NL:HR:2007:AZ3536

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 februari 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
C05/338HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen verkoper en koper van naar Ghana verscheepte appels over verrotting

In deze zaak gaat het om een geschil tussen de vennootschap naar buitenlands recht Grobohama Ltd., statutair gevestigd te Accra, Ghana, en een verweerster die niet is verschenen. Grobohama heeft de verweerster gedagvaard voor de rechtbank te Utrecht, waarbij zij vorderde dat de verweerster een bedrag van € 33.847,86 zou betalen, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 6 november 2002 een comparitie van partijen gelast en Grobohama in een tussenvonnis van 4 januari 2003 tot bewijslevering toegelaten. In het eindvonnis van 13 augustus 2003 heeft de rechtbank de verweerster veroordeeld tot betaling van € 11.344,56 aan Grobohama, maar het meer of anders gevorderde afgewezen. De verweerster heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 21 juli 2005 het vonnis van de rechtbank in conventie heeft vernietigd en de vordering van Grobohama heeft afgewezen, terwijl het vonnis in reconventie is bekrachtigd. Grobohama heeft vervolgens beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Grobohama in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster op nihil zijn begroot. De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat nadere motivering niet nodig is omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

9 februari 2007
Eerste Kamer
Nr. C05/338HR
MK/AT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
De vennootschap naar buitenlands recht GROBOHAMA LTD.,
statutair gevestigd te Accra, Ghana,
EISERES tot cassatie,
advocaten: mrs. M.D. Winter en A.J.F. Gonesh,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Grobohama - heeft bij exploot van 25 maart 2002 - verweerster in cassatie - verder te noemen: [verweerster] - gedagvaard voor de rechtbank te Utrecht en gevorderd [verweerster] te veroordelen om aan Grobohama te betalen een bedrag van € 33.847,86, te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten.
[Verweerster] heeft de vordering bestreden en een reconventionele vordering ingesteld.
De rechtbank heeft bij tussenvonnis van 6 november 2002 een comparitie van partijen gelast en bij tussenvonnis van 4 januari 2003 Grobohama tot bewijslevering toegelaten. Bij eindvonnis van 13 augustus 2003 heeft de rechtbank in conventie [verweerster] veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Grobohama een bedrag van € 11.344,56 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente, het meer of anders gevorderde afgewezen en in reconventie de vorderingen afgewezen.
Tegen dit eindvonnis van de rechtbank heeft [verweerster] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 21 juli 2005 heeft het hof het vonnis van de rechtbank, voorzover in conventie gewezen, vernietigd en in zoverre opnieuw rechtdoende, de vordering van Grobohama afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank, voorzover in reconventie gewezen, bekrachtigd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Grobohama beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen [verweerster] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Grobohama in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 9 februari 2007.