ECLI:NL:HR:2007:AZ3279
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over opzetheling en strafoplegging in verband met de overdracht van een gestolen auto
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 februari 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder bij verstek veroordeeld voor opzetheling van een gestolen auto, een Saab, die hij had verworven en overgedragen terwijl hij wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet onjuist had geoordeeld over de betekenis van 'overdragen' in de zin van artikel 416, eerste lid onder a, van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte had cocaïne gegeven in ruil voor de auto en wilde deze vervolgens teruggeven aan de eigenaar tegen betaling van € 50,-. De Hoge Raad bevestigde dat de strafoplegging van één maand gevangenisstraf, zoals opgelegd door de Politierechter, voldoende gemotiveerd was. De Hoge Raad oordeelde dat de straf in overeenstemming was met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De verdachte had geen verweer gevoerd in de eerdere instanties, wat de motivering van de strafoplegging versterkte. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat geen van de middelen tot cassatie kon leiden.