ECLI:NL:HR:2007:AZ2596
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Beëindiging schuldsaneringsregeling zonder schone lei
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van verzoeker, die op 7 april 2003 door de rechtbank te Amsterdam was uitgesproken. Op 2 februari 2006 vond een verificatievergadering plaats, waarna op 1 maart 2006 de beëindiging van de schuldsaneringsregeling werd behandeld. De rechtbank oordeelde op 8 maart 2006 dat verzoeker tekort was geschoten in de nakoming van verplichtingen voortvloeiend uit de schuldsanering, en beëindigde de regeling zonder verstrekking van een 'schone lei'. Verzoeker ging in hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 23 mei 2006 de uitspraak van de rechtbank bekrachtigde. Hierna stelde verzoeker cassatie in, waarbij de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad, bestaande uit de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven en E.J. Numann, oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep op 5 januari 2007.