ECLI:NL:HR:2007:AZ0391
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- J.W.M. Tijnagel
- A.H.T. Heisterkamp
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van aanslag baatbelasting en rechtszekerheid bij bekostigingsbesluit
In deze zaak gaat het om de vernietiging van een aanslag in de baatbelasting die was opgelegd aan belanghebbende voor de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z door de gemeente De Ronde Venen. De aanslag, ter hoogte van ƒ 3.600, was het resultaat van een bekostigingsbesluit dat op 31 oktober 1996 door de gemeenteraad was genomen. Het hoofd van de stafdienst Financiële en Economische Zaken verklaarde het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag niet-ontvankelijk. Belanghebbende ging in beroep bij het Gerechtshof, dat het beroep wegens overschrijding van de termijn niet-ontvankelijk verklaarde. Na verzet van belanghebbende, verklaarde het Hof het verzet gegrond en vernietigde de eerdere uitspraak. In de daaropvolgende uitspraak handhaafde het Hof de aanslag, wat leidde tot cassatie door belanghebbende.
De Hoge Raad oordeelde dat het bekostigingsbesluit onvoldoende rechtszekerheid bood voor de belastingplichtigen, omdat het geen informatie bevatte over de geraamde lasten en geen maximumbedrag aan het te verhalen percentage verbond. Dit was in strijd met artikel 222, lid 2, van de Gemeentewet, dat vereist dat voor elke baatbelasting voorafgaand aan de heffing duidelijkheid moet zijn over de lasten die verhaald worden. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, vernietigde de aanslag en gelastte de gemeente De Ronde Venen om het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden. Tevens werden de proceskosten aan de zijde van belanghebbende vastgesteld en diende de gemeente deze kosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid in de belastingheffing en de noodzaak voor gemeenten om transparante bekostigingsbesluiten te nemen, zodat belastingplichtigen weten waar zij aan toe zijn. De Hoge Raad bevestigde dat de eisen van de Gemeentewet strikt nageleefd moeten worden om de rechtspositie van belastingplichtigen te waarborgen.