ECLI:NL:HR:2007:AW3874
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- F.W.G.M. van Brunschot
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Recht op herziening van omzetbelasting bij verkoop van waterzuiveringsinstallatie door waterschap
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 maart 2007 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van het Waterschap Zeeuws Vlaanderen, dat als rechtsopvolger van het waterschap De Drie Ambachten optrad. Het geschil betrof de vraag of het waterschap recht had op herziening van de omzetbelasting bij de verkoop van een waterzuiveringsinstallatie. De Inspecteur had het verzoek om teruggaaf van omzetbelasting over het vierde kwartaal van 1994, ter hoogte van ƒ 3.566.248, afgewezen. Dit besluit werd door het Gerechtshof te Amsterdam bevestigd. De Hoge Raad heeft in deze zaak een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen betrokken, die stelde dat een publiekrechtelijk lichaam dat als overheid een investeringsgoed aanschaft, en dit goed later als belastingplichtige verkoopt, geen recht heeft op herziening van de BTW-aftrek. De Hoge Raad concludeerde dat het waterschap, dat met de Inspecteur had afgesproken niet als ondernemer te worden aangemerkt, bij de verkoop van de installatie geen recht had op herziening van de voorbelasting. Het beroep in cassatie werd ongegrond verklaard, en de Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.