ECLI:NL:HR:2007:AU8553
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- L. Monné
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- J.W.M. Tijnagel
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van een woning als eigen woning voor belastingaftrek
In deze zaak gaat het om de kwalificatie van een woning in Italië als eigen woning in de zin van artikel 42a, lid 8, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. De belanghebbende, die in 1996 de woning heeft aangekocht, heeft een aanslag in de inkomstenbelasting ontvangen voor het jaar 1999, gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 296.646. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, wat leidde tot een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad behandelt de vraag of de woning als eigen woning kan worden gekwalificeerd, wat van belang is voor de aftrekbaarheid van onderhoudskosten. De belanghebbende stelde dat de woning als beleggingsobject was aangekocht, terwijl de Inspecteur betoogde dat deze als eigen woning moet worden aangemerkt. Het Hof legde de bewijslast bij de belanghebbende, wat door de Hoge Raad werd bevestigd. De Hoge Raad oordeelde dat de belanghebbende de door hem gestelde feiten aannemelijk moest maken, wat niet is gelukt. De overige middelen van de belanghebbende konden evenmin tot cassatie leiden, en de Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep ongegrond, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof werd bekrachtigd. Dit arrest is openbaar uitgesproken op 26 januari 2007, en de beslissing werd genomen door een collegiaal orgaan van de Hoge Raad, onder leiding van vice-president J.W. van den Berge.