ECLI:NL:HR:2006:AZ3866
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van X Holding B.V. tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep inzake sociale werknemersverzekeringswetten
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X Holding B.V. tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 5 januari 2006, nr. 04/3262 CSV. De zaak betreft correctienota's die door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen zijn uitgereikt voor verschuldigde premies ingevolge de sociale werknemersverzekeringswetten over de jaren 1997 tot en met 2000. De Raad van bestuur heeft het bezwaar van belanghebbende tegen deze besluiten op 17 maart 2003 gegrond verklaard en de premiecorrecties verlaagd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij de Rechtbank te Groningen, die het beroep deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaarde. Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad, die de beslissing van de Rechtbank heeft bevestigd.
In cassatie heeft belanghebbende geklaagd over schending of verkeerde toepassing van artikel 4 van de Coördinatiewet Sociale Verzekering. Het middel richt zich echter tegen het oordeel van de Centrale Raad over de verdeling van de bewijslast met betrekking tot de vraag of de onderhavige gelden zijn gevloeid naar werknemers of naar derden aan de zijde van opdrachtgevers. De Hoge Raad oordeelt dat dit oordeel niet de uitlegging of toepassing van artikel 4 betreft, waardoor het middel niet tot cassatie kan leiden.
De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.G. van Vliet als voorzitter, en de raadsheren P. Lourens en E.N. Punt, en is openbaar uitgesproken op 8 december 2006.