ECLI:NL:HR:2006:AZ3678
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid Hoogheemraadschap voor schade door onvoldoende handhaving waterstand
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooien en Vecht voor schade die de eigenaar van een boerderij heeft geleden. De boerderij was afgebroken en opnieuw opgebouwd vanwege verrotting van de houten fundering, die veroorzaakt was door een gedeeltelijke droogstand. De eigenaar, aangeduid als eiser, heeft het Hoogheemraadschap gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en vorderde een schadevergoeding van ƒ 133.670,--, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Het Hoogheemraadschap heeft de vordering bestreden, waarna de rechtbank in een eindvonnis van 11 juni 2003 de vordering heeft afgewezen. Eiser heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 23 juni 2005 het vonnis heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in de cassatie zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus gevolgd, die tot verwerping van het beroep strekte. De Hoge Raad heeft eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van het Hoogheemraadschap zijn begroot op € 2.001,34 aan verschotten en € 2.200,-- aan salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en J.C. van Oven, en is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2006.