ECLI:NL:HR:2006:AZ3172
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot enquête in familiebedrijf wegens onregelmatige oproep voor aandeelhoudersvergadering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 december 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die volgde op een verzoekschrift van een aandeelhoudster in een familiebedrijf. De verzoekster had op 13 juni 2005 een verzoek ingediend bij de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam. Zij verzocht om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van de vennootschap over een periode van bijna 18 jaar, alsook om onmiddellijke voorzieningen, waaronder de schorsing van de bestuurders en de benoeming van een nieuwe bestuurder. De vennootschap heeft het verzoek afgewezen en de ondernemingskamer heeft op 3 januari 2006 het verzoek van de aandeelhoudster afgewezen en haar in de kosten van het geding veroordeeld. Hierop heeft de verzoekster cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie verworpen. De advocaat-generaal L. Timmerman had in zijn conclusie tot verwerping van het verzoek geadviseerd. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten die in het cassatierekest naar voren waren gebracht, niet tot cassatie konden leiden. Dit was volgens de Hoge Raad niet nodig, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft de verzoekster ook veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 318,69 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in het ondernemingsrecht en de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling en rechtseenheid.