ECLI:NL:HR:2006:AZ1496
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil over bemiddelingsovereenkomst tussen vastgoedadviseurs en projectontwikkelaar
In deze zaak gaat het om een geschil tussen J.M.S. Vastgoedadviseurs B.V. (hierna: JMS) en een projectontwikkelaar, waarbij JMS stelt dat er een bemiddelingsovereenkomst bestaat. JMS heeft op 24 april 1996 verweerster in cassatie gedagvaard voor de rechtbank te Rotterdam, met de vordering dat de verweerster een hoofdsom van ƒ 750.000,-- exclusief BTW aan JMS verschuldigd is, alsook wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De rechtbank heeft de vorderingen op 23 juli 1998 afgewezen, waarna JMS hoger beroep heeft ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft op 9 juni 2005 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, wat JMS heeft doen besluiten om cassatie aan te tekenen.
De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd. JMS had aangevoerd dat zij op basis van een overeenkomst met de verweerster had bemiddeld bij een projectontwikkeling. De verweerster betwistte echter dat zij met JMS zaken had gedaan, maar met J.M.S. Planontwikkeling B.V. De Hoge Raad oordeelde dat het hof had moeten motiveren waarom JMS niet in eigen naam kon optreden, ondanks de volmacht die aan haar was verleend. De Hoge Raad heeft het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van JMS begroot op € 444,11 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken op 15 december 2006.