ECLI:NL:HR:2006:AZ1108
Hoge Raad
- Cassatie
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verdeling van pensioenrechten bij scheiding tussen voormalige echtelieden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige echtelieden over de verdeling van de huwelijksgemeenschap, specifiek met betrekking tot de aanspraak van de vrouw op de pensioenrechten die de man tijdens het huwelijk heeft opgebouwd. De vrouw, verzoekster tot cassatie, heeft in eerste instantie een verzoek ingediend bij de rechtbank te 's-Gravenhage om de alimentatie die de man aan haar zou moeten betalen, vast te stellen op nihil. De man, verweerder in cassatie, heeft dit verzoek bestreden en heeft zelf verzocht om de alimentatieverplichting te beëindigen.
De vrouw heeft echter ook zelfstandig verzocht om te verklaren dat zij recht heeft op een deel van het pensioen van de man dat bij het ABP is opgebouwd. Daarnaast heeft zij subsidiair verzocht om een bijdrage in haar levensonderhoud van € 531,61 bruto per maand voor de duur van 25 jaar. De rechtbank heeft op 2 november 2004 de alimentatieverplichting van de man beëindigd en het verzoek van de vrouw afgewezen.
Tegen deze beschikking heeft de vrouw hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 14 december 2005 de beschikking van de rechtbank heeft bekrachtigd. Hierop heeft de vrouw beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten die in het cassatiemiddel zijn aangevoerd, niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de vrouw verworpen. Deze beschikking is gegeven door de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 22 december 2006.