ECLI:NL:HR:2006:AZ0757
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsgeschil over dekking onder arbeidsongeschiktheidsverzekering en uitleg van polisvoorwaarden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen eiseres, een verzekerde, en verweerster, N.V. Interpolis Schade, over de dekking onder een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Eiseres heeft op 26 september 2001 verweerster gedagvaard voor de rechtbank te Breda, waarbij zij vorderde dat Interpolis haar polisdekking zou geven ter zake van de AO-polis rubriek B, voor een percentage van tenminste 35-45%. Interpolis heeft de vordering bestreden, waarna de rechtbank bij tussenvonnis van 12 november 2002 een comparitie van partijen heeft gelast. Interpolis heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 17 mei 2005 het vonnis van de rechtbank heeft vernietigd en de vordering van eiseres heeft afgewezen.
Eiseres heeft tegen dit arrest beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld, waarbij de advocaten van beide partijen de zaak hebben toegelicht. De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman was om het beroep te verwerpen. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en eiseres in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 362,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat dit geen nadere motivering behoeft, gezien artikel 81 RO, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.