ECLI:NL:HR:2006:AZ0699
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de bijzondere voorwaarde van opname in een inrichting voor jeugdigen in het kader van jeugddetentie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 december 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1989, was ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Justitiële Jeugdinrichting 'De Hunnerberg' te Nijmegen. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J. Boksem. De zaak betrof de oplegging van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, namelijk de Glen Mills School. De Hoge Raad oordeelde dat de Glen Mills School geen particuliere inrichting is zoals bedoeld in de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, en dat de bijzondere voorwaarde van opname in een dergelijke inrichting niet kon worden opgelegd. Daarnaast oordeelde de Hoge Raad dat het hof had verzuimd om de termijn van de opname te bepalen, wat leidde tot vernietiging van de bestreden uitspraak. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof Leeuwarden voor herbehandeling van de zaak, waarbij de Hoge Raad de duur van de opname zelf zou vaststellen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de rechter om bij het opleggen van bijzondere voorwaarden de termijn duidelijk te definiëren, en dat opname in een particuliere inrichting niet als voorwaarde kan worden opgelegd bij een voorwaardelijke maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.