ECLI:NL:HR:2006:AZ0428
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van bijdrage in kosten van levensonderhoud en studie tussen ouder en meerderjarig kind
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een vader en zijn meerderjarige dochter over de vaststelling van een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie. De dochter heeft op 22 augustus 2003 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Alkmaar, waarin zij verzocht om een bijdrage van € 1.000,-- per maand van haar vader, met ingang van die datum. De vader heeft dit verzoek bestreden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de dochter haar verzoek aangepast en verzocht om wijziging van een eerdere beschikking van de rechtbank van 26 mei 1994, waarin een lagere bijdrage was vastgesteld.
De rechtbank heeft op 18 februari 2004 de bijdrage vastgesteld op € 530,-- per maand, maar het meer of anders verzochte is afgewezen. De dochter heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, waar zij opnieuw om een hogere bijdrage heeft verzocht. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de bijdrage vastgesteld op € 450,-- per maand, waarbij het hof heeft geoordeeld dat de vader niet in staat is om volledig aan de behoefte van de dochter te voldoen, mede vanwege de voor hem krenkende bejegening door de dochter.
De dochter heeft cassatie ingesteld tegen de beschikking van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat het hof mogelijk een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd door de matiging van de onderhoudsbijdrage te baseren op de weigering van de dochter om contact met de vader te hebben. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Leeuwarden voor verdere behandeling en beslissing.