ECLI:NL:HR:2006:AY8281
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Onteigeningszaak tussen de Gemeente 's-Gravenhage en Comoil S.A. over schadeloosstelling
In deze zaak gaat het om een onteigeningsgeschil tussen de Gemeente 's-Gravenhage en Comoil S.A., een buitenlandse grondeigenaar, met betrekking tot de schadeloosstelling bij de onteigening van percelen voor een stadsvernieuwingsplan. De Gemeente heeft op 24 maart 2003 de vertegenwoordiger van Comoil gedagvaard en verzocht om vervroegde onteigening van de percelen, met een vaststelling van de schadeloosstelling. De rechtbank heeft op 21 mei 2003 de onteigening vervroegd uitgesproken en een voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld. In een later vonnis van 20 april 2005 is de schadeloosstelling voor Comoil vastgesteld op € 1.027.458,--, inclusief een reeds betaald voorschot. De Gemeente heeft cassatie ingesteld tegen dit vonnis, terwijl Comoil incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de klachten in de middelen verworpen en de Gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 6 oktober 2006, waarbij de vice-president en de raadsheren de zaak hebben beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal strekte tot verwerping van het beroep, wat uiteindelijk ook is gebeurd. De kosten van het geding zijn vastgesteld en vergoed.