ECLI:NL:HR:2006:AY8050
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en vervanging van vervoerssystemen voor gehandicapten
In deze zaak gaat het om een geschil tussen verschillende gehandicaptenorganisaties en de Staat der Nederlanden over de rechtmatigheid van de vervanging van het Traxxsysteem door het Valyssysteem voor bovenregionaal vervoer van chronisch zieken en gehandicapten. De eisers, bestaande uit een aantal patiënten- en consumentenplatforms, hebben de Staat en Transvision in kort geding gedagvaard, waarbij zij primair vroegen om een regeling die hen in staat stelde onbeperkt gebruik te maken van het Valyssysteem tegen een tarief van € 0,16 per kilometer. Subsidiair vroegen zij de Staat op te dragen in overleg te treden om een systeem te creëren zonder kilometerbeperkingen.
De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen, waarna de eisers in hoger beroep gingen. Het gerechtshof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter gedeeltelijk vernietigd, maar de vorderingen van de eisers afgewezen. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de eisers verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat de invoering van het Valyssysteem geen inbreuk maakte op bestaande rechten van de gehandicapten, omdat het Traxxsysteem een tijdelijke regeling was die eindigde in 2004. De Hoge Raad concludeerde dat de Staat niet onrechtmatig heeft gehandeld door de nieuwe regeling in te voeren, en dat de eisen van redelijkheid en billijkheid niet zijn geschonden.
De zaak behandelt belangrijke juridische vragen over de rechten van gehandicapten, de rol van de overheid in het waarborgen van deze rechten, en de juridische status van vervoerssystemen voor gehandicapten. De Hoge Raad bevestigde dat de Staat een zekere beleidsvrijheid heeft bij het vaststellen van voorzieningen voor gehandicapten, zolang deze niet in strijd zijn met de grondrechten van de betrokkenen.