ECLI:NL:HR:2006:AY7929
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- J.C. van Oven
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatigheid van beslaglegging door werkgever op woning van werknemer
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Stichting Maastricht School of Management (MSM) en twee verweerders, die als schuldeisers van een werknemer conservatoire en executoriale loonbeslagen hadden gelegd. De kwestie draait om de onrechtmatigheid van een conservatoire beslaglegging door MSM op de woning van een van de verweerders. De rechtbank te Maastricht had eerder de vorderingen van de verweerders afgewezen, maar in hoger beroep heeft het gerechtshof te 's-Hertogenbosch het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en MSM veroordeeld tot schadevergoeding aan de verweerder wiens woning was beslagen. MSM heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat MSM niet-ontvankelijk is in haar beroep voor zover dit gericht is tegen de eerste verweerder, omdat het cassatieberoep zich beperkt tot de beslissing van het hof over de tweede verweerder. De Hoge Raad bevestigt dat het hof de juiste maatstaf heeft aangelegd voor de verwijzing van de zaak naar de schadestaatprocedure. Het hof had vastgesteld dat MSM onrechtmatig had gehandeld door beslag te leggen op de woning van de tweede verweerder, en dat de schade die daaruit voortvloeide, vergoed moest worden. De Hoge Raad wijst erop dat het beroep van MSM op eigen schuld van de verweerder niet kan slagen, omdat dit niet door de verweerder was aangevoerd en dus buiten de rechtsstrijd viel. De Hoge Raad compenseert de proceskosten, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt.