ECLI:NL:HR:2006:AY7919
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen Nationale Postcode Loterij en deelnemer over misgelopen prijzengeld door incassoblokkade
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Nationale Postcode Loterij N.V. (NPL) en een deelnemer, aangeduid als eiser, die door een tijdelijke incassoblokkade als gevolg van een ongeoorloofde debetstand bij een trekking prijzengeld heeft misgelopen. Eiser heeft NPL gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en vorderingen ingesteld op basis van verschillende juridische gronden, waaronder aansprakelijkheid op grond van ondeugdelijke hardware en software, toerekenbare tekortkoming in de uitvoering van de overeenkomst, en onrechtmatig handelen. De rechtbank heeft in een tussenvonnis een comparitie van partijen gelast en in een eindvonnis van 28 januari 2004 de vorderingen van eiser afgewezen, waarbij eiser in de kosten van het geding werd veroordeeld.
Eiser heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, dat op 24 maart 2005 het eindvonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd en eiser heeft verwezen in de proceskosten van het hoger beroep. Tegen dit arrest heeft eiser beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen en eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met een specificatie van de kosten aan de zijde van NPL.
De Hoge Raad oordeelt dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden, en dat verdere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, W.A.M. van Schendel, F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken door raadsheer E.J. Numann op 29 september 2006.