ECLI:NL:HR:2006:AY7760
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Oordeel over overschrijding van de redelijke termijn in cassatie en hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 oktober 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, die in voorlopige hechtenis verkeert, had beroep in cassatie ingesteld tegen een eerdere uitspraak van het Hof. De Hoge Raad oordeelt dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak in hoger beroep is overschreden, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad stelt vast dat de behandeling van de zaak niet binnen de vereiste termijn van zestien maanden is afgerond, wat leidt tot de conclusie dat het middel terecht is voorgesteld. Dit heeft tot gevolg dat de opgelegde gevangenisstraf moet worden verminderd.
De zaak betreft meerdere strafbare feiten, waaronder opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en deelname aan een criminele organisatie. Het Hof had de verdachte eerder veroordeeld tot veertien jaren gevangenisstraf. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor wat betreft de strafoplegging en terugwijzing naar het Gerechtshof. De Hoge Raad oordeelt dat de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase en de fase van het hoger beroep niet zonder gevolgen kan blijven. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en vermindert deze naar dertien jaren en tien maanden.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de redelijke termijn in strafzaken, vooral wanneer de verdachte in voorlopige hechtenis verkeert. De Hoge Raad neemt de beslissing om de zaak zelf af te doen, waarbij de overschrijding van de redelijke termijn als een belangrijk aspect wordt beschouwd. Dit arrest is een belangrijke uitspraak in het kader van de waarborgen die het EVRM biedt aan verdachten in strafprocedures.