ECLI:NL:HR:2006:AY7458
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Burenrechtelijke geschillen over bomen en heesters nabij erfscheiding
In deze zaak gaat het om een burenconflict tussen twee eigenaren van belendende percelen in een nieuwbouwwijk. De eisers, [Eiser 1] en [Eiseres 2], hebben in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, dat hen had opgedragen om bomen en heesters in hun achtertuin te verwijderen of te snoeien, omdat deze zich te dicht bij de erfgrens bevonden. De rechtbank had eerder in een eindvonnis van 3 december 2003 de eisers al verplicht om bepaalde bomen te verwijderen en te snoeien, en dit vonnis was uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De eisers hebben de vordering bestreden en een vordering in reconventie ingesteld, maar deze speelde in cassatie geen rol.
Het hof heeft in hoger beroep de vorderingen van de verweerder, [Verweerder 1] en [Verweerster 2], toegewezen voor zover deze niet door de rechtbank waren beslist. De eisers hebben in hun memorie van antwoord in het incidentele appel betoogd dat er geen expliciete afspraken waren gemaakt tijdens de descente, en dat het proces-verbaal van de descente niet juist was. Het hof oordeelde echter dat het proces-verbaal dwingend bewijs opleverde van de gemaakte afspraken.
De Hoge Raad heeft het arrest van het hof vernietigd en het geding terugverwezen naar het hof voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de eisers geen tegenbewijs hadden aangeboden tegen het proces-verbaal. De kosten van het geding in cassatie zijn gereserveerd tot de einduitspraak.