ECLI:NL:HR:2006:AY7455
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Interpretatie van de overgangsregeling in de CAO Academische Ziekenhuizen met betrekking tot particuliere honoraria voor medische specialisten
In deze zaak gaat het om een arbeidsgeschil tussen medische specialisten verbonden aan het Vrije Universiteit Medisch Centrum (VUMC) en de Vereniging voor Christelijk Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Patiëntenzorg. De kern van het geschil betreft de uitleg van het begrip 'inkomen uit particuliere honoraria' in een overgangsregeling van de CAO Academische Ziekenhuizen (CAO-AZ). De eisers, medisch specialisten, hebben de Vereniging gedagvaard omdat zij van mening zijn dat de Vereniging bij de vaststelling van hun referte-inkomen ten onrechte een faciliteitenvergoeding van 12% in aftrek heeft genomen. De eisers vorderen dat de Vereniging de herrekening van hun referte-inkomen uitvoert, waarbij alleen een percentage van 3% voor administratiekosten in aftrek mag worden genomen.
De kantonrechter heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat de Vereniging inderdaad onterecht de faciliteitenvergoeding in aftrek heeft genomen en heeft de Vereniging opgedragen om het referte-inkomen te herrekenen. De Vereniging heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof heeft de vorderingen van de eisers afgewezen. De eisers hebben vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 oktober 2006 geoordeeld dat de uitleg van de overgangsregeling in de CAO-AZ door het hof juist is. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de overgangsregeling beoogt te waarborgen dat de specialisten niet achteruitgaan in inkomen door de invoering van het nieuwe stelsel. De Hoge Raad heeft het beroep van de eisers verworpen en hen in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.