ECLI:NL:HR:2006:AY4032
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- F.B. Bakels
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en belastingaanslag door de Staat der Nederlanden
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Staat der Nederlanden en een in Duitsland woonachtige piloot, die een vordering heeft ingesteld wegens onrechtmatige overheidsdaad. De eiser, wonende in Duitsland, heeft de Staat gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en vorderde een schadevergoeding van ƒ 700.000,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 juli 1992. De rechtbank heeft de vordering op 27 november 2002 afgewezen en de eiser in de proceskosten veroordeeld. Hierop heeft de eiser hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 24 maart 2005 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest heeft de eiser cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft op 3 november 2006 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak. De Staat heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De zaak is behandeld door de Hoge Raad, waarbij de advocaat van de eiser, mr. P. Garretsen, en de advocaten van de Staat, mrs. M. Ynzonides en C.L. van Meer, aanwezig waren. De conclusie van de Advocaat-Generaal P.J. Wattel strekte eveneens tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, met een bedrag van € 5.802,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
De Hoge Raad oordeelde dat de in de middelen aangevoerde klachten niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, F.B. Bakels en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer W.D.H. Asser.