ECLI:NL:HR:2006:AX9699
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontslag op staande voet en aandelenoptie werknemer
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van [eiser] tegen Synthon B.V. naar aanleiding van een ontslag op staande voet en de uitoefening van een aandelenoptie. [Eiser] was sinds 1 januari 1999 in dienst bij Synthon als Vice President Pharmaceutical Technology. Op 5 juli 1999 verzocht Synthon de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met [eiser] te ontbinden. In een brief van 22 juli 1999 maakte [eiser] aanspraak op 1% van het aandelenkapitaal van Quint Essence B.V., de moedervennootschap van Synthon, op basis van een bepaling in zijn arbeidsovereenkomst. Synthon reageerde hier niet op en op 21 september 1999 ontsloeg Synthon [eiser] op staande voet, met als reden dat hij zijn geheimhoudingsplicht had geschonden. [Eiser] betwistte de geldigheid van dit ontslag en stelde dat het nietig was.
De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst per 1 december 1999. [Eiser] stelde vervolgens twee procedures in bij de kantonrechter, waarbij hij onder andere een verklaring voor recht vroeg dat het ontslag nietig was en dat Synthon toerekenbaar tekortgeschoten was in haar verplichtingen om de aandelen te leveren. De kantonrechter stelde [eiser] in beide procedures grotendeels in het ongelijk. In hoger beroep oordeelde het hof dat het ontslag op staande voet nietig was, maar dat het beroep van [eiser] op de aandelenoptie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar was.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof een onbegrijpelijke uitleg had gegeven aan de stelling van [eiser] over de bedoeling van de aandelenoptie. De Hoge Raad vernietigde de arresten van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens werd Synthon veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.