ECLI:NL:HR:2006:AX9517
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling in verkeerszaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juni 2006 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Haarlem. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. J.A.M. Kwakman, stelde dat er sprake was van een persoonsverwisseling. De aanvrager was veroordeeld voor overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994, waaronder het rijden zonder geldig rijbewijs. De aanvrager voerde aan dat de bestuurder van het motorrijtuig, die zijn naam had opgegeven, niet de juiste persoon was en dat er verschillende aanwijzingen waren die deze stelling ondersteunden.
De Hoge Raad heeft de argumenten van de aanvrager beoordeeld en geconcludeerd dat de aangevoerde omstandigheden onvoldoende bewijs boden voor de claim van persoonsverwisseling. De rechtbank had eerder vastgesteld dat de aanvrager niet had betwist de Russische taal te verstaan, en er was geen bewijs dat de aangehouden bestuurder een Georgisch rijbewijs had getoond. Bovendien was er geen bewijs dat de bestuurder na zijn aanhouding enige identiteitskaart had getoond.
De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage tot herziening kennelijk ongegrond was en wees deze af. De beslissing van de Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling van de aanvrager door de Politierechter, die hem een geldboete en een ontzegging van de rijbevoegdheid had opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in herzieningsprocedures en de strikte eisen die aan de aanvrager worden gesteld om een herziening te rechtvaardigen.