ECLI:NL:HR:2006:AX9220
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Deelneming aan een organisatie met het oogmerk tot het plegen van drugsmisdrijven
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 september 2006 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor deelname aan een organisatie die zich bezighield met drugsmisdrijven, waaronder de handel in cocaïne en XTC-pillen. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte deel uitmaakte van een groep personen die betrokken was bij de cocaïnehandel en dat er een andere groep was die zich bezighield met de handel in XTC-pillen. Deze groepen onderhielden contact met elkaar en hadden de intentie om XTC-pillen te ruilen voor cocaïne. De Hoge Raad oordeelde echter dat het oordeel van het Hof over het bestaan van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen de betrokken personen niet voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor zover deze betrekking had op de bewezenverklaring van het duurzame samenwerkingsverband en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de andere veroordelingen in stand bleven. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij het vaststellen van een samenwerkingsverband in strafzaken.