ECLI:NL:HR:2006:AX9135
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over bewijsaanbod in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan belanghebbende is opgelegd voor het jaar 1997, met een belastbaar inkomen van ƒ 400.000 en een verhoging van de nagevorderde belasting van 100 procent. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag en is vervolgens in beroep gegaan bij het Hof, omdat er niet tijdig uitspraak was gedaan op het bezwaar. De Inspecteur heeft de aanslag later verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 400.000 zonder verhoging. Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij het de uitspraak van de Inspecteur als onderdeel van het beroep heeft beschouwd. Belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak van het Hof.
In cassatie is het middel ingediend dat het Hof belanghebbende niet in de gelegenheid heeft gesteld om (tegen)bewijs te leveren, ondanks dat dit uitdrukkelijk was aangeboden. Het Hof heeft het bewijsaanbod van belanghebbende genegeerd, met de motivering dat het aanbod betrekking had op een situatie die het Hof niet aanwezig achtte. Echter, belanghebbende had ook bewijs aangeboden buiten die specifieke situatie, maar het Hof heeft hier geen motivering voor gegeven. De Hoge Raad oordeelt dat de uitspraak van het Hof niet voldoende met redenen is omkleed en dat het middel slaagt.
De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staat veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende. Dit arrest is gewezen door de raadsheren in een openbare zitting op 23 juni 2006.