ECLI:NL:HR:2006:AX6432
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis van de Krijgsraad en een arrest van de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 mei 2006 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Krijgsraad te velde West van 26 juni 1957 en een arrest van de Hoge Raad van 20 december 2005. De aanvrager, geboren in 1920, had eerder een veroordeling tot één week militaire detentie gekregen wegens 'opzettelijke ongehoorzaamheid, gepleegd in tijd van oorlog'. De Hoge Raad had in het arrest van 20 december 2005 de aanvrage tot herziening van dat vonnis niet-ontvankelijk verklaard.
De Hoge Raad heeft in deze herzieningsprocedure de aanvrage beoordeeld. Ten aanzien van het vonnis van de Krijgsraad kon de aanvrage niet worden ontvangen, omdat deze geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatte die tot vrijspraak zouden hebben geleid, indien de Krijgsraad daarvan op de hoogte was geweest. Wat betreft het arrest van 20 december 2005, oordeelde de Hoge Raad dat de aanvrage tot herziening niet kon leiden tot een herziening, omdat het arrest geen einduitspraak was in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.