ECLI:NL:HR:2006:AX6432

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
00312/06 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis van de Krijgsraad en een arrest van de Hoge Raad

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 mei 2006 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Krijgsraad te velde West van 26 juni 1957 en een arrest van de Hoge Raad van 20 december 2005. De aanvrager, geboren in 1920, had eerder een veroordeling tot één week militaire detentie gekregen wegens 'opzettelijke ongehoorzaamheid, gepleegd in tijd van oorlog'. De Hoge Raad had in het arrest van 20 december 2005 de aanvrage tot herziening van dat vonnis niet-ontvankelijk verklaard.

De Hoge Raad heeft in deze herzieningsprocedure de aanvrage beoordeeld. Ten aanzien van het vonnis van de Krijgsraad kon de aanvrage niet worden ontvangen, omdat deze geen nieuwe feiten of omstandigheden bevatte die tot vrijspraak zouden hebben geleid, indien de Krijgsraad daarvan op de hoogte was geweest. Wat betreft het arrest van 20 december 2005, oordeelde de Hoge Raad dat de aanvrage tot herziening niet kon leiden tot een herziening, omdat het arrest geen einduitspraak was in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk verklaard. Dit arrest is gewezen door de raadsheer A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

23 mei 2006
Strafkamer
nr. 00312/06 H
IV/AM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van (a) een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Krijgsraad te velde West van 26 juni 1957, nummer 295/57, en (b) een arrest van de Hoge Raad van 20 december 2005, nummer 02700/05 H, ingediend door:
[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1920, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraken waarvan herziening is gevraagd
De Krijgsraad heeft bij het hiervoor onder (a) vermelde vonnis de aanvrager ter zake van "opzettelijke ongehoorzaamheid, gepleegd in tijd van oorlog" veroordeeld tot één week militaire detentie.
De Hoge Raad heeft bij het hiervoor onder (b) vermelde arrest de aanvrage tot herziening van dat vonnis niet-ontvankelijk verklaard.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvrage
3.1. Wat betreft het vonnis onder (a) kan de aanvrage niet worden ontvangen nu zij niets behelst wat kan worden aangemerkt als een beroep op omstandigheden van feitelijke aard die - ware de Krijgsraad daarmee bekend geweest - zouden hebben geleid tot vrijspraak.
3.2. Wat betreft het arrest onder (b) kan de aanvrage niet tot herziening leiden, reeds omdat dat arrest niet is een einduitspraak houdende veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvrage kan derhalve ook in zoverre niet worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 23 mei 2006.